IPMA-NL interviewt projectprofessionals
Elke maand stellen we bij IPMA-NL een aantal prangende (en minder prangende) vragen aan een projectprofessional. Iemand met een bijzondere functie of uitdaging, iemand met een uitgesproken visie op het vak, iemand met veel, of juist nog helemaal niet veel, ervaring. Elke maand dezelfde vragen, maar een andere professional.
Deze keer: Menno van Doorn, directeur van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti.
Welk muzieknummer beschrijft jou het beste en waarom?
“Dat is het nummer ‘Music for 18 Musicians’ van Steve Reich. In zo’n mooi Spotify-overzichtje, ‘Dit heb je geluisterd het afgelopen jaar’, stond het nummer op plaats 1, 2, 3 én 4, omdat er verschillende uitvoeringen van zijn. Het is een heel lang nummer. Het is minimalistische muziek, heel repetitief. Ik word daar heel erg rustig van.”
Wat zijn jouw ambities/uitdagingen voor de komende 5 jaar?
“Ik hoop een klein beetje te kunnen bijdragen aan een betere wereld. De toekomst is niet iets wat je overkomt, je kunt er zelf ook invloed op uitoefenen. Waar het kan, waar je invloed kunt uitoefenen, wil ik dat graag doen.”
“We zitten nu in een maffe tijd, iedereen is een beetje op zoek naar richting. De overheid pompt veel geld in de economie en een belangrijke vraag daarbij is dan ook: in welke richting gaat dat geld? Richting duurzaamheid?”
Van Doorn geeft aan dat er binnen Sogeti ook veel wordt gesproken over de toekomst. Met de teams en met klanten bepalen ze de thema’s van hun onderzoeken. Op die manier kunnen zij bijdragen aan duurzame toekomstvisies. “Dat is heel belangrijk.”
Hoe denk je dat je beste vrienden je zouden beschrijven als ze maar 3 woorden mochten gebruiken?
“Ik heb het ze niet gevraagd, maar ik denk dat het woord ‘humoristisch’ vaak terugkomt.”
En op de vraag of ze aan dat ene woord genoeg hebben, antwoordt hij lachend: “Dat is wel vrij dominant ja, ik denk dat het een hele tijd zou duren voordat er wat anders boven komt.”
En hoe zit dat met de mensen die met jou werken?
Hen heeft Van Doorn het vanochtend wel gevraagd. Ook zijn collega’s noemen humor. Daarnaast vielen termen als ‘heerlijke chaoot’ en ‘verstrooide professor’, maar ook bijvoorbeeld ‘energiek’. “Daar herken ik me ook wel in.”
Welke grote ontwikkelingen verwacht jij de komende jaren te zien in het vakgebied projectmanagement?
“De actualiteit kan best nog wel eens de komende jaren duren. Hoe werk je virtueel goed met elkaar samen, hoe hou je die band? Hoe zorg je dat je geestelijk nog wel gezond blijft als je de hele dag naar een scherm zit te staren? We hebben zelf een onderzoek gedaan onder 6000 medewerkers. Bijna 96% gaf aan dat ze best weer naar kantoor wilden, maar dan maar twee dagen.”
“Ik denk wel dat veel mensen zich zullen herkennen in het feit dat je op een andere manier mensen leert kennen. Je ziet bijvoorbeeld ineens iemands zolderkamer op de achtergrond. Je krijgt andere connecties en gesprekken. Je zou bijna kunnen zeggen dat het gemakkelijker wordt, omdat je de mogelijkheid hebt om achter iemands verschijning te kijken.”
Daarnaast, geeft Van Doorn aan, spelen natuurlijk ook de grotere thema’s zoals ‘Wat voor soort projecten gaan we uitvoeren?’ en ‘Welke richting gaan bedrijven op?’. Hij verwacht, ook aansluitend bij zijn eerder genoemde ambities, dat dat zich meer richting duurzaamheid zal gaan ontwikkelen.
Wat weet je nu over het vakgebied of over jouw functie dat je had willen weten toen je net begon?
“Storytelling. Dat wordt nog steeds onderschat in veel projecten, volgens mij. Dan gaat het over de manier waarop het start, de verhalen die je over een project vertelt.” Als je dat doet krijg je mensen aan boord, stelt Van Doorn. Luisteren ze, houd je hun aandacht vast, begrijpen en onthouden ze alles beter. “Een project gaat zo echt leven. En dat wil je toch?”
En wat zou je de nieuwe generatie projectprofessionals willen meegeven?
“Dat zijn eigenlijk twee dingen. Het eerste is: wees gewoon jezelf. Als je jezelf bent en authentiek bent, is het veel makkelijker om mensen mee te krijgen met je gedachten en in je projecten. Het tweede is daar wel een beetje aan verwant: storytelling. Ik dacht vroeger dat dat niks met werk te maken had, maar later heb ik bedacht: misschien is het wel het allerbelangrijkste van werk. Ik weet zeker dat je zult zien als je dat gaat doen, dat het veel makkelijker wordt om mensen mee te trekken in je projecten en dat je ze daardoor succesvoller kunt maken.
Wat vind je het mooist/meest bijzonder aan jouw vakgebied?
“Mijn vakgebied is verkennen, onderzoek doen en symposia en andere bijeenkomsten organiseren. Ik hou van dingen maken, dat zijn de projecten. Iets tot stand brengen wat er nog niet was.”
Ook de vrijheid vindt Van Doorn mooi aan zijn vakgebied. “De aantrekkingskracht daarvan zit ‘m in het gewoon kunnen doen waar je ideeën over hebt, waar je energie van krijgt.”
Waar let jij op als je een projectprofessional aanneemt?
“Een team moet divers zijn. Wees blij als er iemand in jouw projectteam komt die precies het tegenovergestelde in elkaar zit. Zorg voor openheid in je team, zodat je alle tegenstellingen kunt bespreken. Ervaring vind ik minder belangrijk dan de wil om te leren. De belangrijkste vraag in een sollicitatiegesprek is dan ook ‘Hoe leer jij?’”
Het thema van de nieuwsbrief van IPMA-NL waarin dit interview verschijnt, is ‘anderhalvemeterprojecten’. Projectprofessionals reflecteren op de impact van de coronacrisis op het vakgebied projectmanagement. We stelden Menno van Doorn er een paar vragen over.
Wat is jouw visie op digitale transformatie, wat houdt dat in?
“Digitale transformatie betekent voor mij dat je iets digitaal doet dat er uiteindelijk toe leidt dat je er beter van wordt, dat je er gelukkiger van wordt. Digitaal is niet het doel.”
Waar staat Sogeti op dit moment als het gaat om de digitale transformatie?
“Natuurlijk zijn we er mee bezig, want we leveren digitale diensten. Maar er kan nog zoveel meer. Dat vond ik ook mooi om de afgelopen tijd te zien. Ineens kun je online met een dokter praten bijvoorbeeld. Dat soort systemen, waar mensen gelukkiger van worden, willen wij graag bouwen. Je moet wel echt met gezond verstand kijken wat digitale transformatie inhoudt. En je afvragen: hoe kan digitaal bijdragen aan menselijk welzijn?”
Wat voor impact heeft de crisis op jou persoonlijk gehad?
“Ik heb een nog betere band met collega’s. En voor het eerst in 27 jaar organiseren van een symposium radicaal moeten innoveren: alles digitaal. Dat was niet gebeurd als we deze crisis niet hadden meegemaakt. Ik heb een enorme leerervaring achter de rug. Ik neem mee dat ik me gesteund voel in dat dingen wel beter kunnen en anders kunnen.”